Veilige bovengrondse tankinstallaties in de Omgevingswet
Met de Omgevingswet wordt in 2024 ook het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) ingevoerd. Het Bal vormt de basis voor regelgeving voor bovengrondse opslagtanks van bepaalde brandstoffen en chemicaliën. Voor deze tankinstallaties wordt er te veel in de regels van het Bal geschrapt. Dat leidt tot ongewenste risico’s en effecten voor ten minste 100.000 tankinstallaties bij talloze instanties en bedrijven. Het gevolg is een systeem met hogere kosten en een grotere kans op lekkage. Daarmee dreigt het gevaar van aantasting van de kwaliteit van de bodem en het grond- of oppervlaktewater, de bron voor ons drinkwater. Wij voorzien grote problemen met toezicht en handhaving als de implementatie van het Bal doorgaat zoals gepland.
Huidige systeem: |
Nieuwe systeem (Bal): |
Focus op preventie en het beheersen van kwaliteit binnen de gehele keten. |
Focus op correctief toezicht, preventiebenadering geschrapt. |
BRL SIKB 7800, in samenhang met wettelijke vastgestelde beste beschikbare techniek (BBT) documenten (PGS 30 en PGS 31)
|
BAL:
|
Gevolgen
- Minimale eisen in wetgeving Bal (namelijk enkel gericht op voorzieningen, niet op afstanden tussen opslagtanks, plaatsbepaling inpandige opslagtanks, kennis/kunde installateurs) zorgen voor meer ruimte voor kwalitatief slechte installatie.
- Logischerwijs zullen er altijd marktpartijen zijn die inspelen op kwalitatief slechtere, maar goedkopere tankinstallaties.
- Versimpeling van deze regels is gevaarlijk.
- Geen ontwerpnormen gericht op algehele integriteit installatie vaststellen is tevens in strijd met de verplichting te voldoen aan de wettelijk vastgestelde BBT documenten.
- Controle na aanleg en geen voorschriften voor periodieke herkeuring zorgen voor minder systematische en preventieve controle.
- Niet langer controle op onderhoud en gebruik.
- Controle wordt beperkt tot uiterlijkheden, terwijl veel niet zichtbaar is vanaf de buitenkant.
- Verschuiving van de allocatie van maatschappelijke kosten.
- De huidige lasten van het bedrijfsleven gaan minimaal omlaag (periodieke keuring per opslagtank per gemiddeld 15 jaar = circa €150).
- De lasten voor de (lagere) overheid gaan sterk omhoog (opschalen capaciteit en training van inspecteurs van omgevingsdiensten en gemeenten kost naar schatting €15 miljoen per jaar).
- Naar verwachting zullen er verschillen ontstaan in lokale regelgeving, toezicht en handhaving. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid voor ondernemingen in verschillende gemeenten. Zaken die voor de rechter komen zijn vervolgens onderhevig aan de willekeur van de rechter, die mogelijk naar de laagste standaard zal verwijzen.
- De beslissing om de ontwerp-criteria, die voor brandbestrijding essentieel zijn, niet over te nemen stemt van het foutief interpreteren van een concept RIVM-onderzoek. Het desbetreffende concept onderzoek bevestigt juist dat er wel degelijk risico’s zijn.
Wij voorzien grote problemen met toezicht en handhaving als de implementatie van het Bal doorgaat zoals gepland, met onnodige risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. We zouden graag horen of de staatssecretaris zich bewust is van het risico dat van deze wijziging uitgaat. Door de complexiteit van het onderwerp is het lastig gebleken om een volledig antwoord van een bewindspersoon te krijgen. Omdat het van groot belang is dat er gedetailleerd naar de materie wordt gekeken door de bewindspersoon willen we u met klem verzoeken om de staatssecretaris te vragen om een schriftelijk reactie op ons paper. Zoals u kunt lezen is de paper onderschreven door een groot aantal partijen uit de sector. Dit onderstreept de ernst van de situatie. Ondanks dat de verantwoordelijkheid voor de Omgevingswet onder het ministerie van BZK valt, valt het Bal onder het ministerie van I&W. Daarom is het commissiedebat VTH een uitstekend moment om dit aan te kaarten.
Lees in de Position Paper meer over veilige bovengrondse tankinstallaties in de Omgevingswet